zondag 11 september 2011

Verplichte tewerkstelling in Antwerpen: terug naar 6 oktober 1942?

De Antwerpse SP.a-schepen Guy Lauwers denkt er aan om steuntrekkers van het OCMW in te zetten in de groendienst om onkruid te wieden. Het is nog maar een idee. Wat zal het worden, Chinees vrijwilligerswerk of algemene verplichting?
Lauwers is een oud vakbondssecretaris die een fin de carrièrezet heeft gedaan door de ACOD als springplank te gebruiken om een politiek mandaat te bemachtigen. Ik heb altijd al moeite gehad met dat soort mensen. Voor mij ben je ofwel politieker ofwel vakbondsman. Er zijn weinigen die hun syndicale en sociale reflexen behouden na een overstap naar de politiek. Wat Lauwers betreft, die had zijn syndicale reflexen reeds lang van zich afgeschud vooraleer hij een schepenambt op een presenteerschoteltje kreeg. Als vakbondssecretaris heeft hij mee de onderhandelingen gevoerd over de openbare ziekenhuizen die werden verkocht aan de private sector. Lauwers heeft zich weliswaar nooit openlijk voorstander getoond van deze privatisering, maar hij heeft wel voor de private onderhandelaars de weg van de minste weerstand geëffend. Zat het schepenmandaat misschien toen al in de koker? Het heeft er alle schijn van.

Als Lauwers zijn syndicale reflexen heeft afgestoten in het ZNA-dossier, dan is het nu de beurt aan zijn sociale reflexen. Het resultaat is gekend.

Leefloners en andere steuntrekkers worden nogal snel als luie profiteurs bestempeld, vooral dan door (ultra)liberalen en andere extreem rechtse antisocialen. Denkt Lauwers er ook zo over?

Een alleenstaande leefloner ontvangt € 725,79 per maand, dat is minder dan het bestaansminimum. Trek daar de huur van af en je hebt misschien net voldoende om geen honger te lijden. Als dan een leefloner voor datzelfde bedrag hetzelfde werk moet verrichten als een reguliere ongeschoolde arbeider met een volwaardige arbeidsovereenkomst dan is dat mijns inziens in strijd met het gelijkheidsbeginsel.

Er zijn trouwens al een pak steuntrekkers die via het OCMW tewerkgesteld worden. In het vakjargon noemt men die werknemers artikel zestigers. Het is een vorm van sociale tewerkstelling, meestal voor de duur die nodig is om in orde te zijn met alle sociale wetten. Het is alleen jammer dat die mensen na hun tewerkstelling als artikel zestiger dikwijls in de werkloosheid belanden. Het zou nuttiger zijn om die mensen beter op te volgen en aan een volwaardige tewerkstelling te helpen.

Mensen - al dan niet verplicht – tewerkstellen aan de prijs van het leefloon is goedkope dwangarbeid. Blijkbaar is het enkel om de centen te doen. Ik zou er niets op tegen hebben om leefloners een aantal uren per week nuttig werk te laten doen met als doel wat arbeidservaring op te doen met het oog op een reguliere tewerkstelling.

Moest de schepen echter zinnens zijn om deze maatregel verplichtend in te voeren, dan kan ik niets anders dan verwijzen naar de Arbeitseinsatz die op 6 oktober 1942 werd ingevoerd door je weet wel wie.


12 augustus 2010

Waarom ik mij liet “ontdopen”.

Blijkbaar zijn er veel mensen die het pedofilieschandaal binnen de RKK aangrijpen om zich te laten ontdopen.

Ook ik had een aanleiding nodige om deze stap te zetten. De reactie van o.a. Daneels en vooral deze van broeder René Stockman op het zelfgekozen overlijden van Hugo Claus op 19 maart 2008 was voor mij de spreekwoordelijke druppel.

De aanleiding

Na de dood van Claus verscheen er op de website van kerknet een artikel getiteld “Het geval Claus”, geschreven door broeder René Stockman, generale overste van de Broeders van Liefde. Dit artikel verscheen nog vóór de uithaal van Godfried Daneels in zijn paashomilie die meer aandacht kreeg. Daneels is dan ook een veel belangrijker persoon in de RKK dan Stockman.

Met de titel van Stockmans’ stuk, “Het geval Claus”, wordt de toon al enigszins gezet. Dat de dood van Claus “in de media ruim [werd] uitgesmeerd” is voor de broeder al meteen een doorn in het oog. Meteen wordt er twijfel gezaaid over de wettelijke procedure die bij Claus’ euthanasie werd gevolgd. Stockman schrijft dat het “wellicht” is gebeurd volgens de procedure “zoals de wet het in België mogelijk maakt” en insinueert daarmee meteen een andere, minder wettelijke procedure en dus met medeweten van de arts(en).

Het stoot broeder S tegen de katholieke borst dat de daad van Claus door sommigen wordt goedgepraat en “zelfs als summum van edelmoedigheid” de hemel wordt in geprezen. Wat is er mis met het goedpraten van iets waar je achter staat? Naar mijn mening even min als het afkeuren van iets waar je niet achter staat. Het gaat vooral om de manier waarop dat goedpraten of afkeuren gebeurt.

Ook Guy Verhofstadt krijgt er van langs. Broeder S vraagt zich af of de toenmalige premier zijn mening over Claus’ euthanasie wel had mogen verkondigen. Persoonlijk wel vindt broeder Stockman, maar niet “als eerste minister van alle Belgen, dus ook van mij”

Heeft de eerwaarde broeder zich even verontwaardigd gevoeld toen wijlen koning Boudewijn, de koning van alle Belgen, dus ook van mij, weigerde om de abortuswet te ondertekenen? Ik dacht het niet.

Broeder S verwijt “vooraanstaanden” en “de media in het algemeen” dat zij “de daad en de omstandigheden waarin deze daad werd gesteld, als een edelmoedige acte aanprijzen”.

De volgende zin in het opstel van de broeder is van een, voor dit soort farizeeërs, typisch huichelachtig allooi: “Hier pretendeert een bepaalde groep in de samenleving, met een bepaalde levensfilosofie, de norm voor de gehele samenleving te bezitten en begaat de arrogantie deze op te dringen aan eenieder.”  Zou hij hiermee ook de arrogantie van de RKK bedoelen waarmee deze uit de hand gelopen sekte haar levensbeschouwing al 2000 jaar aan de halve wereld opdringt? Nogmaals, ik dacht het niet.

De procedure

Na lezing van het stukje proza van broeder S en na het aanhoren van de sneer die Claus kreeg van Daneels heb ik het woord “ontdopen” gegoogeld en vond al snel hoe je te werk moet gaan.

Een briefje aan het bisdom van mijn woonplaats met vermelding van naam, voornamen, adres, geboorteplaats en –datum, ouders, woonplaats van de moeder bij het doopsel en de datum van het doopsel met uiteraard de vraag om geschrapt te worden uit de doopregisters van de parochie, is voldoende. Het hoeft niet aangetekend en ook niet per se handgeschreven zoals ik in de weekendkrant heb gelezen.

Mijn verzoek dateert van 1 april 2008. Ik kreeg een antwoord met datum 7 mei 2008 van de secretaris van het bisdom met de volgende tekst:

“Geachte heer

Wij hebben uw vraag tot uittreding uit de katholieke Kerk goed ontvangen.

Het doopsel dat u ontvangen hebt, kan als historisch feit niet ongedaan gemaakt worden.

Wel kan u beslissen om uit de katholieke Kerk te treden, d.w.z. niet langer tot de katholieke Kerk te behoren en beroep te doen op haar diensten (bijv. voor huwelijk).

Deze beslissing wordt in het doopregister bij uw doopsel genoteerd.

Ik kan u vervolgens mededelen dat uw uittreding uit de katholieke Kerk werd genoteerd in het doopregister van de parochie [Sint-….] te [……..], jaar [….] onder nummer [..].

Het staat u vrij de inschrijving persoonlijk in het doopregister te verifiëren.

Met beleefde groeten

[….]

Secretaris van het bisdom

Hiermee ben ik dus niet langer lid van de RKK-club. Ik ben niet gaan verifiëren of er daadwerkelijk een notie van mijn uittreding is bijgeschreven in het doopregister.

Betekenis

Voor de kerk blijf ik dus gedoopt. Het klopt dat het doopsel op zich een daad inhoudt, nl. het besprenkelen van het hoofd met wijwater. Dit is inderdaad gebeurd en kan niet meer ongedaan worden gemaakt. En wat dan nog? Ik hecht er geen enkel belang aan dat er ooit zulk een ritueel op mij is toegepast. Ik heb nooit gevraagd om lid te mogen worden, het is mij opgedrongen (hallo br. Stockman, daar is dat woord weer).

De beslissing om het ongevraagd lidmaatschap definitief op te zeggen was wel de mijne, daar heb ik wel zelf om gevraagd.

Ik kan dus geen beroep meer doen op de diensten van het genootschap.

Welke diensten zouden dat kunnen zijn? Ik vermoed dat men o.a. de sacramenten bedoelt. Ik zal ze eens alle zeven overlopen:

Doopsel: heb ik gehad en hoef niet meer zo nodig
Eucharistie: doe ik al sinds +/- mijn veertiende niet meer aan mee
Vormsel: heb ik gehad en ik vind dat ik gezien mijn leeftijd niet slecht gevormd ben
Biecht: ik houd mijn uitspattingen wel voor me zelf
Huwelijk: ben aan mijn tweede bezig en een derde hoeft niet meer
Wijding: nu ik ben ontdoopt kan ik ook geen priesterwijding meer ontvangen, maar ik heb nooit ambitie gehad in die zin
Heilig oliesel: dood gaan doen we toch en na ons komen de vliegen.

                                          
                                                    Doopsel van Christus - Rubens

6 juli 2010

Vlaams Belang – wat we zelf doen, doen we beter

Dat het al een tijdje rommelt bij het VB is een understatement. Het zou een zweeppartij zijn die zich niet zou bezondigen aan de machtsspelletjes die andere partijen stemmen, macht en aanzien gekost hebben. De partij die het zogenaamde Antwerpse visa-schandaal aan het licht heeft gebracht en er prat op gaat dat zo iets bij hun partij uitgesloten is blijkt plots zelf boter op het hoofd te hebben.

Sinds de eerste “zwarte zondag” hebben tal van zogenaamde specialisten hun licht laten schijnen op het fenomeen VB. Het hoe en waarom van de electorale successen werden uitvoerig beschreven. Velen onder die analisten dachten zelfs een remedie te hebben gevonden om de opmars van dit ultrarechtse gespuis te stoppen.

Wat blijkt echter, tot aan de jongste verkiezingen was er geen stoppen aan de groei van het VB. Na die verkiezingen heette het dat het VB haar plafond had bereikt en wellicht was dat ook zo. Die stagnatie, wat er ook de oorzaak van is, heeft zich, uiteraard ongewild, tot splijtzwam omgevormd. Zolang er verkiezingswinst is, zolang de successen zich opstapelen zijn de partijbonzen goede vrienden, maar als er sleet komt op het partijvehikel dan worden de messen gewet, dan vervallen de kopstukken in machtsspelletjes waar de traditionele partijen een punt aan kunnen zuigen.

Eigenlijk was het te voorspellen dat het succes van het VB enkel kan gestuit worden door de partij zelf en daar zijn ze goed mee bezig. Laat ze vooral zo verder doen, misschien raken we er zo vanaf. Nu LDD nog en we kunnen onze ergernissen beperken tot de traditionele partijen. Ik denk dat we daar genoeg redenen zullen vinden om ons tot in den treure mateloos te ergeren.


2 maart 2010

De fratsen van Vreemdelingenzaken

Drie Congolese dansers die op uitnodiging van een choreografisch centrum in Charleroi naar ons land kwamen, in het bezit van alle nodige documenten zoals en visum, werden urenlang vastgehouden op Zaventem.

Dit verhaal stond in de vorm van een opiniestuk van de hand van Jan Goossens, artistiek directeur van de KVS, in de Morgen van vandaag (25.1.2009) en het verbaast me niet.

Dit roept herinneringen op aan enkele fratsen welke ik mee maakte met diezelfde dienst vreemdelingenzaken.

Ik heb jaren op professionele wijze te doen gehad met deze dienst en ik ben er ziek van geworden. De tegenwerking, de eigen regeltjes die ze op die dienst hanteren, zonder dat er enige wettelijke grond voor bestaat, de onmogelijke beslissingen die ze namen, ik zou er een zwartboek over kunnen schrijven, maar ik zal me hier beperken tot het meest extreme geval dat me na jaren nog steeds bij blijft.

Een koppel, van Nederlandse nationaliteit, maar met Marokkaanse roots vestigde zich met hun twee kinderen in een grensgemeente. De vrouw was hoogzwanger en beviel van haar derde kind in België.

Dossier werd samengesteld, aanvraag tot definitieve vestiging werd gedaan, alle noodzakelijke formulieren zaten in het dossier; dacht ik.

Dan, een ochtend zoals alle andere, liep er een fax binnen van de dienst vreemdelingenzaken. Het betrof een bevel om het grondgebied te verlaten. Niets speciaals zou je dan denken, ik verwachtte wel enkele van deze onheilstijdingen.

Toen ik las aan wie het “bevel” moest worden betekend heb ik dat vodje papier aan mijn diensthoofd gegeven ter lezing met de boodschap dat ik even naar buiten moest om af te koelen. Ik denk dat de stoom uit alle mogelijke lichaamsopeningen moet zijn gekomen, woest als ik was.

Wie moest er het heilige Belgische grondgebied verlaten denkt u? Niet de gehele familie van Marokkaanse Nederlanders of Nederlandse Marokkanen, maar de twee jongste kinderen. Eentje van anderhalf jaar oud en eentje van enkele weken of maanden. De ouders en het oudste kind mocht blijven. Begrijpen wie kan!

Wat was er aan de hand?

De geboorteakten van beide kinderen waren niet toegevoegd aan het dossier. Het was echter geen regel dat er voor vreemde kinderen die in België geboren zijn na de inschrijving van de ouders, een geboorteakte werd gevraagd. Voor het andere kind was er wel een geboorteakte aangevraagd in Nederland, maar de ouders hadden ze echter nog niet ontvangen en dus ook niet kunnen afgeven aan de gemeentelijke dienst vreemdelingenzaken.

Na een uurtje mijn woede gekoeld te hebben contacteerde ik de vreemde(lingen)dienst met de vraag of ze wel goed beseften waar ze mee bezig waren.

Er werd mij verzekerd dat het gebruikelijk was om ook geboorteakten van in België geboren kinderen te vragen. Toen ik vroeg op welke wet, KB, omzendbrief of algemene richtlijn aan de gemeentelijke diensten men zich baseerde moest men mij het antwoord schuldig blijven. Het werd, zo was het antwoord, naar aanleiding van een concreet dossier aan de gemeenten gevraagd om de geboorteakte aan het dossier toe te voegen. Ik had echter nooit zo een vraag gehad.

Een vervolg op de nietszeggende uitleg kwam er op neer dat sinds de zaak Dutroux men wel voorzichtiger is geworden.

Voorzichtig? Is een bevel om het grondgebied te verlaten, of in het geval van minderjarige kinderen, een bevel tot terugbrenging een daad van voorzichtigheid? Wat heeft in hemelsnaam Dutoux met geboorteakten van vreemde kinderen te maken?

Ik heb de verbouwereerde dame mij laten uitleggen hoe dat bevel uitgevoerd moest worden.

Zij gaf toe dat het, en ik citeer: “moeilijk uitvoerbaar is”. Onmogelijk uitvoerbaar, repliceerde ik. De dame van de vreemdsoortige dienst kreeg nog de boodschap dat het gefaxte bevel linea recta (Gerard Reve zou zeggen linea rectum) in de papierversnipperaar zou belanden en dat dit de weg zou zijn van alle eventuele herinneringen die zouden nagestuurd worden.

Verder niets meer van gehoord.

Nu, ik ben niet iemand die te pas en te onpas met al dan niet smeuïge verhalen naar de pers stap, in dit geval had ik het echter wel moeten doen. De bedenkelijke praktijken van deze administratie die zich een “dienst” durft noemen kunnen niet genoeg aan het daglicht komen.
25 november 2009

Erwin Mortier heeft eindelijk prijs met “Godenslaap”

Na te zijn geweerd van de shortlist van zowel de Libris als de Gouden Uil, heeft Erwin Mortier met zijn adembenemend mooie roman “Godenslaap” de AKO literatuurprijs binnengehaald.
Dit godenboek stond niet eens op de longlist van de Librisprijs! Beschamend vind ik dat! Voor mij had deze parel ze alle drie gewonnen.

Ik vraag me af wat die jury’s bezielt om het beste en mooiste boek van de jongste jaren niet eens op hun shortlist te plaatsen. Misschien wil men vermijden dat één enkel boek meerde prijzen in de wacht zal slepen. Et alors! Zou Mitterand zeggen. Als het het mooiste is, is het dat. Worden er meerdere prijzen uitgereikt en de jury’s vallen allemaal voor hetzelfde boek, dan is dat toch het beste bewijs van de kwaliteiten van de winnaar. Er komt echt niet elk jaar zulke pracht op de boekenmarkt. Meestal zijn er wel enkele boeken die aan elkaar gewaagd zijn. Dat je dan verschillende winnaars hebt is nogal wiedes.

Het boek is verschenen in het 90ste jaar na het einde van den Grooten Oorlog. Ik weet niet, en ik heb het tot noch toe nergens gelezen, of het de bedoeling was om het boek te laten verschijnen in dat herdenkingsjaar. Het heeft volgens mij wel geprofiteerd van het moment. Daar is uiteraard niets mis mee. Boeken moeten nu eenmaal verkopen. Veel mensen verdienen hun brood met de verkoop van boeken, en niet alleen de schrijver. Die krijgt zowat 10% van de verkoopprijs. Bruto wel te verstaan. Daar moeten nog de bijdragen in de sociale zekerheid en de belastingen van af. Je moet dus al veel boeken verkopen om ervan te kunnen leven. En dan te bedenken dat Mortier enkele jaren heeft gewerkt aan deze roman. Het resultaat is dan ook meer dan af.

De geldprijs die er aan verbonden is stelt de schrijver in staat om weer enkele jaren zonder geldzorgen verder te werken aan zijn oeuvre.

Godenslaap is niet enkel aan te prijzen omwille van het onderwerp, dat vind ik slechts en detail, maar om de stijl, de altijd perfecte woordkeuze en de prachtige volzinnen.

Dit wordt vast en zeker één van die boeken die ik meermaals zal herlezen.

Mortier heeft zich met dit schitterend werk een vaste plaats veroverd bij de allergrootsten van de Nederlandse literatuur.

18 november 2009

Bart Somers is terug.

Na de voor Open-VLD desastreuze verkiezingen waarna ze uit de Vlaamse regering werden gebonjourd werd het een tijd stil rond hun voormalige voorzitter.
Als politici een poos incommunicado zijn kan je er donder op zeggen dat ze ergens op broeden.

En ja hoor, daar is ie weer, Bart de bouwer – bouwen van een jeugdgevangenis – en Bart de afbreker – de woning van zijn  grootouders.

Bart de bouwer.

Ik neem aan dat er in het Mechelse, net zoals in de meeste centrumsteden, nogal wat overlast is door kleine criminaliteit gepleegd door jongeren. Maar geen nood, Bart heeft de oplossing: opsluiten die handel!

Niet gespeend van enige kennis van bijzondere jeugdzorg of van studies die herhalen dat opsluiten het verkeerde effect sorteert wil deze blauwgeschelpte burgemester jonge boefjes opsluiten.

Ja, de stad Mechelen investeert in straathoekwerkers en andere nobele initiatieven zoals integratieprojecten , maar dat is volgens het blauwe communicantje niet voldoende. Opsluiten dus. Een paar vergeetputten zouden niet misstaan in Barts jeugdjail.

Alle commentatoren uit het veld, zoals bv. kinderpsychiater Peter Adriaenssens en kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen, maken van de plannen van Somers brandhout, maar Somers blijft volharden.

Bart de afbreker.

In Mechelen moeten een aantal woningen wijken voor de nieuwbouw van een sociale woonwijk. Ook het huis van Barts grootouders moet er aan geloven. De burgemeester hanteerde daarvoor zelf de slopershamer. Zo iets moet wel in de pers komen.

Waar is het Somers eigenlijk om te doen?

Als je uit het zicht bent moet je iets verzinnen. Items die je terug in de schijnwerpers plaatsen zijn in dat geval best populistisch anders werkt het niet.

De aankondiging van de bouw van een jeugdgevangenis speelt op het gevoel van al wie zich onveilig voelt en iedereen kent wel iemand die iemand kent die ooit is bestolen of op een andere manier is lastig gevallen door jonge boefjes. Lees er de lezersbrieven van sommige kranten eens op na dan krijg je een bloemlezing van wat er allemaal moet gebeuren met jonge delinquenten. Als ze dan van vreemde origine zijn is het hek helemaal van de dam. Bij dat soort mensen scoort Somers en daar is het hem om te doen.

Ook met de afbraak van het grootouderlijk huis is er iets populistisch mis.  Op die manier wordt enig protest tegen afbraak – als dat er al is - in de kiem gesmoord. Als zelfs de burgemeester het huis van zijn grootouders sloopt dan kan je toch spreken van een voorbeeldfunctie zeker. Wie durft er nog klagen?

Bart Somers is duidelijk bezig zichzelf terug op de politieke kaart van België te zetten.


17 november 2009

SP.a-Rood aaseters?

In zijn reeks over de politieke partijen in Vlaanderen, “ De patstelling der partijen”, schreef de Morgen-journalist Walter Pauli een stuk over de SP.a.
Uiteraard komen de pijnpunten zoals de voorzittersverkiezing, de defenestratie van Frank VDB en de uitgelekte mail uitvoerig aan bod. Dat hoort ook zo in een grondige analyse.

Als het echter gaat over de oppositie tegen Caroline G komt de ware aard van het beestje blijkbaar boven.  Pauli stelt dat het opduiken van SP.a-Rood een constante is geworden. Daarna noemt hij de leden van SP.a-Rood aaseters; bij problemen zijn ze daar. Deze uithaal verschilt helemaal niet van de benaming mestkevers die het Vlaams Belang enkele jaren geleden van Karel De Gucht  opgeplakt kreeg.

Pauli gaat op zijn elan verder door van een vals verwijt te spreken als het gaat over de afwezigheid van Caroline G aan de poorten van Opel Antwerpen. Dan maar snel Herwig Jorissen erbij gehaald om te stellen dat het op zijn vraag is dat de SP.a-politici low profile blijven tijdens manifestaties ten voordele van Opel.  Jorissen spreekt van een vals verwijt. Ik zou eerder spreken van gebrekkige communicatie, maar dat zal wel aan mij liggen.

Nu, Jorissen kan wat de vervlaamsing en de verrechtsing van zijn metaalbond gerust handjes schudden met de vervlaamsing en verrechtsing van de SP.a door Frank VDB.

Onder impuls van Jorissen is de metaalbond in 2006 geregionaliseerd. Zijn Vlaams-nationalistisch verleden lag de Waalse kameraden zwaar op de maag.

Frank VDB heeft weliswaar geen bruin verleden, maar hij belichaamt wel een soort van light-versie van het Vlaams nationalisme: alles wat we in Vlaanderen zelf doen doen we beter. Dit in navolging van CD&V en uiteraard N-VA.

Over de Vlaams-rechtse koers van VDB wordt door Pauli enkel op een anekdotische manier geschreven terwijl de SP.a-Rood een sneer krijgt: aaseters dus.

Dat de SP.a al lang niet meer socialistisch is, is een understatement. SP.a-Rood wil terug naar de basis van het socialisme, zij hechten nog steeds belang aan het Charter van Quaregnon dat bij de opsplitsing van de BSP in 1979 in de vuilbak belandde.

De Morgen was ook ooit een linkse krant, nu beperkt deze gazet zich tot de verheerlijking van paars, de liberalen en de non-socialisten van SP.a.

Als Pauli het nog eens over aaseters wil hebben, kan hij misschien eens een stuk schrijven over journalisten, want bij problemen zijn die aaseters daar.


21 oktober 2009

Wat? en waarom?

Wat?

Een gemakkelijke blog waar ik commentaar kan geven, mijn gal kan spuwen, kortom, mij bemoeien met van alles en nog wat, vandaar de blognaam. Hier zullen stukken verschijnen over maatschappelijke kwesties, politiek, faits divers, onrecht, literatuur, en alles wat er zich in mijn dik hoofd afspeelt. Soms zullen het slechts enkele zinnen zijn, soms een enkele bladzijde, dat zal afhangen van het onderwerp en van mijn goesting. Dat laatste zal ook de doorslag geven op de frequentie van verschijnen.

Soms zal ik proberen om de plezante uit te hangen, soms de polemist. Indien iemand fouten aantreft, misvattingen of andere kemels, zeg het, geef mij om mijn oren, ik kan er alleen maar van leren.

Waarom?

Ja, waarom eigenlijk? Er zijn er al duizenden. Welke meerwaarde kan mijn geleuter bieden aan het www? Waarschijnlijk geen enkele, maar het zal niet voor niets geweest zijn moest het af en toe gelezen worden.

Op deze manier kan ik mijn mening af en toe kwijt want wat heb je aan een mening als je ze niet af en toe kan verkondigen?

26 mei 2009