Naar aanleiding van mijn vorig artikel over "Omvolking" lees ik her en der dat één van de oorzaken van omvolking volgens de omvolkingswappies de "snel-Belg-wet zou zijn.
Op 12 maart 2007 verscheen over die snel-Belg-wet een artikel van mijn hand op de website BLOCKWATCH.
Omdat ik vind dat dit nog steeds een actueel artikel is, post ik het ook op mijn blog.
Jo Vandeurzen (CD&V;) inspireert tot extreemrechtse kettingmail |
Standpunten - Actueel |
|
Geschreven door Walter Bormans |
|
maandag 12 maart 2007 |
|
12.03.2007 - "Ga zitten alvorens u
dit leest!" Zo begint een vanuit extreemrechtse
hoek massaal rondgestuurd mailbericht waarin de snel-Belgwet onder vuur
wordt genomen. Opmerkelijk is dat daarbij een interview
van CD&V-vooriztter Jo Vandeurzen met Het
Laatste Nieuws als bron dient. Blokwatch onderzocht de
beweringen. Zit u goed? De kettingmail Eind 2006 begint een kettingmail de ronde te
doen waarin de nieuwe nationaliteitswetgeving onder vuur wordt genomen op
basis van uitspraken die CD&V-voorzitter Jo Vandeurzen op
16-11-2006 in een interview met de krant Het Laatste Nieuws deed.
Verschillende lokale tijdschriften van het Vlaams Belang drukken de
schreeuwerige tekst eveneens af, daarbij voorzien van de nodige
sfeerscheppende foto's, zoals de Vlaams Belang Krant Editie Maaseik in
februari 2007 doet (zie illustratie / klik hier voor pdf 1,4 MB). Dat niet iedereen onvoorwaardelijk achter de
wijzigingen in de nationaliteitswetgeving staat is evident. Discussie
hierover is noodzakelijk, maar beweren dat met de wetswijzigingen de
toegangspoort tot België voor de hele wereld wijd wordt opengezet, is van de
pot gerukt én gefundenes fressen voor extreem rechts. Over welke wijzigingen gaat het en waar gaat de
kettingmail de mist in? Blokwatch zocht het voor u uit. Voor de juristen: het
betreft de artikelen 379 tot 388 uit de Wet houdende Diverse Bepalingen (I)
van 27 december 2006 (verder afgekort tot WDB). BEWERING 1: automatisch Belg
worden? FOUT: "Alle meerderjarige kinderen van een vreemdeling
die Belg werd en in België woont, krijgen automatisch het recht op de
Belgische nationaliteit, zonder dat ze nog naar België moeten komen. Ze
zullen alles kunnen regelen vanuit hun eigen land. Ze hoeven verder geen
enkele band met België te hebben! (...) Het volstaat dat ze een ouder hebben
die naar België emigreert en zich laat naturaliseren. Daarna volgt de
hele clan in het buitenland: meerderjarige kinderen, hun kinderen enzovoort.
Na een tijd heb je in alle landen hele kolonies Belgen." JUIST: Vergeet in eerste instantie het woord
"automatisch" maar. Niets gaat automatisch. De
kandidaat-Belg die in het buitenland woont en van wie een ouder Belg is en
ook in België woont dient een verklaring af te leggen voor
het hoofd van de diplomatieke zending of de Belgische beroepsconsulaire post
van de hoofdverblijfplaats. Om het simpel te stellen: men moet zich naar
de Belgische ambassade of consulaat begeven en daar een verklaring
afleggen. Dat betekent echter nog niet dat de
kandidaat-Belg de Belgische nationaliteit op een presenteerblaadje
krijgt (art. 382 WDB - wijzigt art. 12bis §1,2° en §2 WBN). Er
zal wel degelijk worden onderzocht of er een band met de in
België verblijvende ouder(s) bestond en nog steeds bestaat. Eenmaal per
jaar een verjaardagskaartje sturen, zal echter niet volstaan (daarover
verder meer). Uit de foute tekst zou men ook kunnen afleiden
dat een ouder "zomaar eventjes" naar België emigreert en zich ook
"zomaar eventjes" laat naturaliseren. "Zomaar
eventjes" naar ons land emigreren is echter al sinds de immigratiestop
van 1974 onmogelijk. Gezinshereniging, erkenning als vluchteling en
nationaliteitsverwerving zijn de enige wettelijke opties voor
niet-EU-burgers om toegang te krijgen tot ons land. (Voor
EU-burgers is arbeidsmigratie wel mogelijk.) Dat er zo een "hele clan" Belgen
ontstaat in het buitenland, kan technisch niet om de eenvoudige reden dat een
ouder telkens in België moet verblijven vooraleer de meerderjarige kinderen
de Belgische nationaliteit kunnen verkrijgen. Het begrip "verblijf" moet
begrepen worden als hier wonen, hier verblijven. Één van de verbeteringen in de wet, is dat
het begrip "wettig verblijf" duidelijk in
de wet wordt omschreven: "Onder wettelijk verblijf wordt verstaan, de
situatie van de vreemdeling die toegelaten of gemachtigd is om voor een
langere termijn dan drie maanden in het Rijk te verblijven of die gemachtigd
is om er zich te vestigen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15
december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de
vestiging en de verwijdering van vreemdelingen" (dit is de
vreemdelingenwet) (art.voegt art. 7bis toe aan de WBN). Dit betekent dat een wettig verblijf een verblijf
is dat gedekt wordt door: Stel dat sommigen zich die moeite getroosten van
steeds wederkerende migraties als er al een wettelijke mogelijkheid bestaat,
dan moeten ze ook nog eens minimaal drie jaar wachten vooraleer ze de
Belgische nationaliteit door naturalisatie kunnen aanvragen. En aanvragen betekent
nog niet krijgen. Intussen moet hun verblijf wel een
wettelijk karakter hebben overeenkomstig de vreemdelingenwetgeving, of ze
halen de vooropgestelde drie jaar wettig verblijf niet eens. BEWERING 2: één kaartje = een
band? FOUT: "De hele wereld Belg lijkt wel
een devies van de regering, dwars tegen alle Vlaamse partijen in!! Met
nieuwjaar een kaartje sturen volstaat om de 'band' aan te tonen tussen de
Belg en de kandidaat-Belgen!!!" JUIST: De zogenaamde band met België
moet wel degelijk door meer middelen worden aangetoond dan door eenmaal per
jaar een kaartje te sturen. De memorie van toelichting (MVT, blz.
251-252), het verslag van de plenaire
kamerbesprekingen (blz. 13
+ 18-19) en het verslag van de commissie
justitie (blz. 9 + 45 e.v. ) maken duidelijk wat er moet
worden verstaan onder "band". Vooreerst moer er, volgens de memorie van
toelichting, bij de beoordeling van het begrip "effectieve band" rekening
worden gehouden met "de frequentie en de intensiteit van deze
band". Verder geeft de MVT een korte opsomming van
mogelijke "bewijsmiddelen": een verklaring van de
Belgische ouder die het bewijs levert van het onderhoud van familiale banden
met zijn kind door middel van het voorleggen van briefwisseling, recente
foto's, telefoongesprekken, het bewijs van bezoeken bij de ouders door middel
van het tonen van vliegtuigtickets of het bewijs van financiële
bijstand. Dit is geen limitatieve lijst, maar elementen die het bestaan
van een werkelijke band kunnen bewijzen (MVT blz. 251-252). Niet alleen de band op zich dient bewezen te
worden, uit de bewijsstukken moet ook blijken dat er een zekere frequentie en
intensiteit is van de aangehaalde banden. De banden moeten al bestaan,
want de wetswijziging zegt duidelijk dat de aanvrager moet aantonen dat
hij "werkelijke banden met zijn Belgische ouder of adoptant
[heeft] bewaard" (WDB art. 382 §1,1° wijzigt art. 12bis
§1,2°). BEWERING 3: het parket op
buitenlands onderzoek? FOUT: "Indien er twijfel bestaat over die band,
die trouwens de enige voorwaarde is (!) om Belg te kunnen worden, MOET HET
PARKET NAAR HET LAND VAN DE KANDIDAAT-BELG GAAN OM GINDER DE ZAAK TE GAAN
ONDERZOEKEN !!!!! Onze parketten hebben in België toch weinig of niets te
doen." JUIST: Dat het Parket naar het land van de
kandidaat-Belg moet gaan om de aanvraag te onderzoeken staat
nergens. Noch in de wettekst, noch in de memorie van toelichting, noch
in het schriftelijk verslag van de Kamer, noch in het verslag van de
commissie Justitie. Kortom, in geen enkel parlementair document kan men deze
uitspraak van Jo Vandeurzen (CD&V) vinden. In het kamerverslag (blz. 19) staat wel een uitspraak van Jo Vandeurzen waarin
hij zegt: "Het parket heeft [..] iets meer dan vier maanden de
tijd om dat (veiligheidsrisico) in heel de wereld na te gaan en om advies uit
te brengen. Ik herhaal het nog eens ‘om dat in heel de wereld na te gaan'." Of Vandeurzen hiermee bedoelde dat het parket
effectief naar het buitenland moet, is weinig denkbaar. Er bestaan
regels om het parket toe te laten naar een ander land te gaan om daar een
onderdaan van datzelfde land te ondervragen of om een onderzoek in te stellen
op vreemde bodem. Men noemt dat dan een "rogatoire
commissie". Het parket van de rechtbank van eerste aanleg te
Brussel zal de onderzoeken moeten voeren van de aanvragen die in het
buitenland worden ingediend. Welk zinnig mens zou kunnen verzinnen dat één
parket de nodige mankracht en tijd heeft om voor elk dossier een paar
rechercheurs de lucht in te sturen, als men al de toelating krijgt van het
betrokken land? Minister Laurette Onkelinx (PS)
alvast niet, want zij laat in de MVT optekenen
dat "het voor het parket niets uitmaakt of de aanvraag in België
of in het buitenland wordt ingediend" (blz. 13). Op de vraag van Vandeurzen waarom het parket van
Brussel met het onderzoek wordt belast en niet het federale parket dat
volgens Vandeurzen internationaal georiënteerd is, benadrukt de minister in
dezelfde memorie van toelichting dat "nu al, in de huidige
procedure, het parket van Brussel en niet het federaal parket dergelijk
onderzoek voert." Verder beklemtoont ze dat "het
niet iets nieuws is, en er, gelet op de goede samenwerking, geen reden was om
dat te veranderen." En dat "het parket voor het
onderzoek steeds een beroep kan doen op internationale netwerken, zoals
Eurojust, het federaal parket en buitenlandse staatsveiligheidsdiensten" (blz.
13). Trouwens, Vandeurzen zegt zelf dat zijn
uitspraak "om dat (het veiligheidsrisico) in heel de wereld na
te gaan" betekent dat "het parket vragen
moet stellen aan collega's of politiediensten in Zuid-Amerika,
Afrika of Oost-Europa" (blz. 19). De bewering in de kettingmail dat het parket naar
het buitenland moet gaan om daar ter plaatse het onderzoek te voeren, is dan
ook niet alleen foutief maar een regelrechte leugen. BEWERING
4. Zwangerschapstoerisme? FOUT: Een volgens Vandeurzen veel toegepaste
"truuk" in België is de volgende: zwangere vrouwen komen als
toerist naar België en bevallen hier. Ze geven het kind niet aan bij hun
ambassade. Volgens de Belgische wetgeving is dat kind dan statenloos, en
heeft het dus recht op de Belgische nationaliteit. JUIST: In casu gaat het om artikel 10 van de wet op de
Belgische nationaliteit. Dit is echter niets nieuws. Wel
nieuw is dat er een lid wordt toegevoegd aan dat artikel, waardoor het
hier geboren kind, dat niet wordt aangegeven aan de autoriteiten van het land
van de moeder, niet de Belgische nationaliteit krijgt,
indien "het kind een andere nationaliteit kan verkrijgen,
mits zijn wettelijke vertegenwoordiger(s) administratieve handelingen
verrichten bij de diplomatieke of consulaire overheden van het land van de
ouders of van één van hen" (art. 380 WDB wijzigt art. 10
WBN). In mensentaal betekent dat dus dat indien de
moeder het kind niet aangeeft aan de autoriteiten van haar land, het
kind niet de Belgische nationaliteit verkrijgt. De
moeder had het kind kunnen aangeven, en dat
volstaat. Dit artikel is gewijzigd net om het aantal misbruiken te
verminderen (blz. 247 en blz. 13). Weg "recht" op de
Belgische nationaliteit dus. BEWERING 5: moeder eist verblijfsvergunning FOUT: "Op basis daarvan eist de moeder een
verblijfsvergunning, waarmee ze naar het OCMW stapt voor een leefloon.
Tenslotte kan ze dan, als ze lang genoeg in het land is, zelf de
nationaliteit aanvragen." JUIST: Ook vóór de wetswijziging kon een vrouw geen verblijfsvergunning
eisen op grond van de Belgische nationaliteit van haar kind. Het krijgen
van een verblijfsvergunning is geregeld in de vreemdelingenwetgeving en niet
in de wet op de Belgische nationaliteit. Geen verblijfsvergunning
betekent ook geen leefloon. Aangezien de moeder in het voorbeeld geen wettig
verblijf kan hebben, kan ze ook niet de Belgische nationaliteit krijgen. NASCHRIFT Blokwatch contacteerde
ook CD&V-vootzitter Jo Vandeurzen met onze
bevindingen. Zijn interview met Het Laatste Nieuws dateert
van voor de besprekingen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers en moet
vooral als een "schot voor de boeg" gezien worden, zegt hij.
Vandeurzen wilde vooral zijn bezorgdheid uiten over het feit dat
kandidaat-Belgen voortaan in het buitenland een aanvraag kunnen indienen.
Tijdens de besprekingen in de Kamer zijn de vragen en opmerkingen
van Vandeurzen beantwoord door minister van Justitie Laurette
Onkelinx (PS). Die stelde onder meer dat men de aanvragen van
kandidaat-Belgen met "de nodige soepelheid" moet behandelen. Waarop
Vandeurzen zich afvroeg hoe soepel men wel kan zijn, gezien met gemak
waarmee in sommige landen documenten vervalst worden. Vandeurzen betreurt wel dat zijn bedenkingen
nu vanuit extreemrechtse hoek worden gebruikt om een angstcampagne te
voeren. * * * |