De saga van 50 jaar vlaams parlement gaat verder
Vandaag,
zondag 24 januari 2021 om 16.29 kreeg ik antwoord op mijn e-mail aan het vlaams
parlement van secretaris-generaal Martine Goossens.
Ja, op
een zondag. Blijkbaar moeten de broodeters van het vlaams-nationalisme op
zondag werken, of althans de schijn opwekken dat te allen tijde klaar staan om
hun broodheren wel te gevallen.
Mijn
-e-mail kan nog steeds gelezen worden[1],
en hieronder staat het antwoord van de secretaris-generaal:
datum: 24 jan. 2021 16:29
onderwerp: RE: bericht op website
verzonden
door: vlaamsparlement.be
ondertekend
door: vlapa.onmicrosoft.com
Martine
Goossens <Martine.Goossens@vlaamsparlement.be>
16:29
(32 minuten geleden)
aan
mij
Geachte
heer,
Dank
voor uw schrijven. De website is het officiƫle communicatiekanaal van het
Vlaams Parlement. Artikels op de website worden nooit ondertekend.
In
het artikel over de voorgeschiedenis van het Vlaams Parlement wordt ook de minder
fraaie kant van de voorgeschiedenis van het VP belicht en wordt de collaboratie
uitdrukkelijk veroordeeld ; we kunnen alleen maar betreuren dat de ‘recensent’
van De Standaard dit artikel blijkbaar niet gelezen heeft en enkel ingezoomd
heeft op de foto’s, die enkel in hun juiste context geplaatst kunnen worden
indien men ook het artikel zelf leest.
Mvg,
Martine Goossens,
Secretaris-generaal
Weeral
wordt er naast de essentie getoeterd.
Dat
artikels op de website van het vlaams parlement nooit worden ondertekend is
jammer en laat kritische lezers niet toe de desbetreffende auteur van antwoord
te dienen.
Verder
wordt enkel herhaald wat er in het artikel op hun website staat, nl. dat er wel
degelijk over de collaboratie wordt geschreven in het speciale nummer van
Newsweek.
Nogmaals,
dat betwist niemand en dat is helemaal niet de essentie.
De essentie
is het feit dat er twee collaborateurs, en niet van de minsten, worden
opgevoerd in een lijst met foto van mensen die de emancipatie van een volk vormgeven.
Zij horen daar niet thuis. Ze horen wel thuis in het artikel over de
geschiedenis van vlaanderen.
Mevrouw
de secretaris-generaal gaat er ook van uit dat Marc Reynebeau het artikel over
de geschiedenis van vlaanderen niet heeft gelezen, quod erat demonstrandum.
Ook
stoor ik mij ook aan het ironische ‘recensent’ tussen enkele aanhalingstekens[2]
t.o.v. Marc Reynebeau.
Ten
slotte wordt er geen woord gerept over mijn opmerking over die “Vlaamsche
koppen”, noch krijg ik enige respons over de laatste alinea van mijn
e-mail:
Dat
er in een artikel over de geschiedenis van vlaanderen ook over collaboratie
geschreven wordt is evident en dat moet ook. Niemand wil dit doodzwijgen, maar
twee notoire collaborateurs opnemen in een reeks van verdienstelijke personen
"Vlaamsche koppen" genaamd, is van het goede te veel.
Ik
onderschrijf dan ook hetgeen het Forum voor Joodse Organisaties in hun
persbericht schrijft, nl. “Het FJO is van oordeel dat hun vermelding een smet
werpt op Vlaanderen en dolk in de rug van de slachtoffers van de Nazi-bezetting
betekent.”
Ik heb
aan ‘Mevrouw de Secretaris-generaal’ nog eenmaal en dan ook de laatste
maal een antwoord gestuurd.
Mevrouw
de Secretaris-generaal,
Dank
voor uw antwoord.
U had
echt niet uw zondagsrust moeten onderbreken om mij een antwoord te sturen dat
in feite op hetzelfde neerkomt als het artikel op de website, nl. het verleggen
van de essentie.
Ook
stoor ik mij aan het ironische 'recensent'' tussen enkele aanhalingstekens
t.o.v. Marc Reynebeau.
U
hoeft verder geen moeite meer te doen om mij nogmaals te antwoorden in dezelfde
stijl.
Met
beleefde groeten,
[2] Over
aanhalingstekens: Enkele
aanhalingstekens worden het meest gebruikt. Ze hebben verschillende functies:
ze kunnen
onder andere citaten weergeven, ironie
aangeven en woorden in zelfnoemfunctie markeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten