vrijdag 28 november 2014

Pensioenverdriet

Ik zit in een serieuze mentale dip, en wel hierom.
Morgen, 29 november, word ik 60 jaar.
Moest er geen pensioenhervorming zijn geweest dan was vandaag mijn laatste werkdag.
Niet dus.
Ik geef toe dat ik met de pensioenhervorming niet gelukkig was. 
De eerste pensioenhervorming werd onder het ministerschap van Vincent Van Quickenborne, in een vorig leven bekend als Senator Q, vastgelegd in de wet van 28/11/2011 houdende diverse bepalingen, de artikelen 85 tot 128, en dit in een drafje waardoor er nadien een zogenaamde "herstelwet" is moeten verschijnen, hetgeen er wel degelijk op wijst dat die hele hervorming zonder al te veel nadenken door het parlement is gesluisd.
Volgens die hervorming kwam ik niet langer in aanmerking op op 60 jaar met vervroegd pensioen te gaan.
In mijn eerste jaar als werknemer kwam ik 4 dagen te kort om dat jaar mee te laten tellen in de vereiste loopbaanjaren.
Met andere woorden, ik ben in mijn jeugd iets te lang blijven hangen in "sex and drugs and rock and roll", hetgeen mij nu een beetje zuur opbreekt, maar soit.
Ik heb mij al vlug kunnen verzoenen met het feit dat ik wat langer aan de slag moet blijven.
Maar.
Ik heb mijn moeder jaren geleden beloofd om, zodra ik mijn pensioen nam, en zij niet meer op een menselijke manier zelfstandig zou kunnen wonen, haar bij mij in huis zou nemen om voor haar oude dag te zorgen. Zij is nu 86 jaar en de eerste tekenen van dementie dienen zich aan. Ik ben bang dat ik vóór mijn pensioen haar in een rusthuis zal moeten stoppen, dumpen zeg maar.
Dat ik dit niet kan doen wringt mij zo veel meer dan het feit dat ik langer moet werken, dat ik vandaag een beetje over mijn toeren ben.
In een impulsieve bui heb ik een mail gestuurd naar Vincent VQ, huidig burgemeester van Kortrijk.
Die mail was niet erg vriendelijk, dat geef ik grif toe.
Toch heeft VVQ zich de moeite getroost om mij te antwoorden, weliswaar met een politiek antwoord, maar toch, het siert hem, en dat heb ik hem ook gemaild.
Een en ander heeft geresulteerd in een geanimeerd mailverkeer, waarover ik niet zal uitweiden.

VVQ is niet meer de Senator Q van jaren geleden.
Hij heeft intussen een voor hem succesvol politiek parcours afgelegd, met als orgelpunt het burgemeesterschap van Kortrijk waarbij hij de tjeven uit het stadhuis heeft verjaagd.
Je moet het maar doen als oud-Amadees.

Als je het politieke parcours van VVQ volgt, kan je eigenlijk niets ander zeggen dan dat hij een politiek opportunist is. Ik wil hier de oefening niet maken, maar met een eenvoudige Googlezoektocht kan je het politieke CV van Quicky wel vinden.

Ik heb VVQ niet echt gevolgd, maar waarin ik hem echt heb kunnen appreciëren is zijn werk in het genocideproces tegen de zionistische oorlogsmisdadiger Ariël Sharon wegens de moorden op Palestijnse vluchtelingen in de kampen van Sabra en Shatila in september 1982.

Ach, ik heb Q altijd wel een sympathieke gast gevonden, alleen jammer dat hij zijn oorspronkelijke rode eieren in een blauwgeschelpt nest heeft geworpen via een Vlaams-nationalistische omweg.



donderdag 27 november 2014

Poëziewedstrijd

Onlangs werd ik genomineerd op de shortlist van een gedichtenwedstrijd en dit voor het eerst in mijn scribentenleven. Het is bij die nominatie gebleven. Mijn gedicht werd niet bekroond, ook niet met een "eervolle vermelding". Ik had ook niets anders verwacht.
Ik was al tevreden met die nominatie. Ik heb mijn gedicht mogen voordragen tijdens de prijsuitreiking en het wordt opgenomen in een bundel. 
Veel stelt het allemaal niet voor. Het is en blijft amateurisme. 
De nominatie kwam dan ook als een complete maar aangename verrassing.

 "Ledigheid is des duivels oorkussen" zegt een spreekwoord. Ledigheid staat voor luiheid, een non-bezigheid waaraan ik mij wel eens durf te bezondigen. Lang duurt het echter nooit. Tijdens deze lichamelijke inactiviteit blijken mijn hersenen op volle toeren te draaien. Er stromen dan de meest uiteenlopende gedachten en ideeën zo maar zonder de minste aanleiding door mijn grijze cellen.
Soms, heel soms, voor zover mijn ordeloze gedachten ergens in mijn herinnering blijven hangen, ontstaat er iets, een aanzet tot een scribentenschrijfsel, zoals dit bericht op mijn blogje.
Soms, heel soms, monden mijn hersenspinsels uit in de aanzet tot een gedicht.
Als er zich dan een wedstrijd aandient durf ik al eens iets inzenden, evenwel zonder de minste ambitie.
Zo ook dus voor de poëziewedstrijd van de stichting "Ongehoord" in Rotterdam of all places.
Het thema was zoals de naam van de stichting, "Ongehoord".
Daar kan je natuurlijk meerdere kanten mee uit.
Gezien de belabberde toestand van mijn gehoororganen heb ik het thema dan ook letterlijk genomen.

De meeste gedichten die worden ingestuurd voor dat soort wedstrijden zijn van het toegankelijke genre. Men zal er weinig hermetische schrijfsels tegen komen. Zulke wedstrijden zijn dan ook niet bedoeld voor dichters waarvan je de maat van hun schoenen, hun eetgewoonten en hun diepste hersenkronkels moet kennen om maar iets te begrijpen van hun schrijfsels.

De prijsuitreiking vond plaats op zondag 16 november in het Biliotheektheater in Rotterdam.
Na lang aarzelen heb ik dan toch beslist om mijn reisangst te trotseren en er naar toe te gaan.
Achteraf gezien heb ik er goed aan gedaan, en dit om diverse redenen.
Ik heb mijn reisangst weer eens overwonnen.
Ik ben eens in Rotterdam geweest. (en dit voor het eerst).
Ik heb mijn gedicht kunnen voordragen voor een publiek. (en dit voor het eerst)
Ik ben teruggereisd met de Thalys (en dit voor het eerst) van Rotterdam naar Brussel. De terugreis op zich was ook al een aangename ervaring.
Mijn gedicht wordt opgenomen in een bundel (en dit voor het eerst) met alle genomineerden.
Ik ben weer een leuke ervaring rijker die mij zal aanzetten om verder te doen.