donderdag 27 november 2014

Poëziewedstrijd

Onlangs werd ik genomineerd op de shortlist van een gedichtenwedstrijd en dit voor het eerst in mijn scribentenleven. Het is bij die nominatie gebleven. Mijn gedicht werd niet bekroond, ook niet met een "eervolle vermelding". Ik had ook niets anders verwacht.
Ik was al tevreden met die nominatie. Ik heb mijn gedicht mogen voordragen tijdens de prijsuitreiking en het wordt opgenomen in een bundel. 
Veel stelt het allemaal niet voor. Het is en blijft amateurisme. 
De nominatie kwam dan ook als een complete maar aangename verrassing.

 "Ledigheid is des duivels oorkussen" zegt een spreekwoord. Ledigheid staat voor luiheid, een non-bezigheid waaraan ik mij wel eens durf te bezondigen. Lang duurt het echter nooit. Tijdens deze lichamelijke inactiviteit blijken mijn hersenen op volle toeren te draaien. Er stromen dan de meest uiteenlopende gedachten en ideeën zo maar zonder de minste aanleiding door mijn grijze cellen.
Soms, heel soms, voor zover mijn ordeloze gedachten ergens in mijn herinnering blijven hangen, ontstaat er iets, een aanzet tot een scribentenschrijfsel, zoals dit bericht op mijn blogje.
Soms, heel soms, monden mijn hersenspinsels uit in de aanzet tot een gedicht.
Als er zich dan een wedstrijd aandient durf ik al eens iets inzenden, evenwel zonder de minste ambitie.
Zo ook dus voor de poëziewedstrijd van de stichting "Ongehoord" in Rotterdam of all places.
Het thema was zoals de naam van de stichting, "Ongehoord".
Daar kan je natuurlijk meerdere kanten mee uit.
Gezien de belabberde toestand van mijn gehoororganen heb ik het thema dan ook letterlijk genomen.

De meeste gedichten die worden ingestuurd voor dat soort wedstrijden zijn van het toegankelijke genre. Men zal er weinig hermetische schrijfsels tegen komen. Zulke wedstrijden zijn dan ook niet bedoeld voor dichters waarvan je de maat van hun schoenen, hun eetgewoonten en hun diepste hersenkronkels moet kennen om maar iets te begrijpen van hun schrijfsels.

De prijsuitreiking vond plaats op zondag 16 november in het Biliotheektheater in Rotterdam.
Na lang aarzelen heb ik dan toch beslist om mijn reisangst te trotseren en er naar toe te gaan.
Achteraf gezien heb ik er goed aan gedaan, en dit om diverse redenen.
Ik heb mijn reisangst weer eens overwonnen.
Ik ben eens in Rotterdam geweest. (en dit voor het eerst).
Ik heb mijn gedicht kunnen voordragen voor een publiek. (en dit voor het eerst)
Ik ben teruggereisd met de Thalys (en dit voor het eerst) van Rotterdam naar Brussel. De terugreis op zich was ook al een aangename ervaring.
Mijn gedicht wordt opgenomen in een bundel (en dit voor het eerst) met alle genomineerden.
Ik ben weer een leuke ervaring rijker die mij zal aanzetten om verder te doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten