dinsdag 14 oktober 2014

Dat NV-A extreemrechts is wordt met de dag duidelijker

Na het benadrukken van hun extreemrechts profiel heeft na Theo Francken en Jan Jambon nu ook Ben Weyts dezelfde fascistoïde kaart getrokken.

Weyts was samen met Francken op een verjaardagsfeest van de oprichter van de veroordeelde en verboden paramilitaire organisatie VMO en oud-senator Bob Maes.
(lees hier: http://aff.skynetblogs.be/archive/2014/10/13/ben-weyts-en-theo-francken-op-feestje-voor-oud-vmo-leider.html)

Bob Maes was lid van het VNV en na WOII senator voor de Volksunie en dus ook oprichter van de knokploeg van de Volksunie.

Dit is het zoveelste feit en het zoveelste bewijs dat de NV-A qua extreemrechtse identiteit niet moet onderdoen voor het Vlaams Belang. Ik zie het verschil al lang niet meer.

De uitspraak van Jambon was fout, maar hij had zijn redenen.

Een tijdje geleden zond ik een tweet de wereld in waarin ik mij afvroeg of de stilte die Jan Jambon bewaarde voor en tijdens de regeringsonderhandelingen waren ingegeven door angst om door domme uitspraken te doen hij een eventuele ministerportefeuille mis te lopen.

En zie, hij is nog maar anderhalve dag minister of zijn eerste domme uitspraak is er.

Die man laat elke gelegenheid die hij krijgt om te zwijgen aan zich voorbij gaan.

Is het wel echt domheid of is het gewoon een kwestie van provoceren?

Ik schat een beetje van beide.

Men moet zijn uitspraken onder de loep nemen, er een beetje de techniek van close reading op toepassen.

De uitspraken die Jambon deed kwamen als reactie op de aantijgingen dat hij op een bijeenkomst van het Sint-Maartensfonds was geweest en die groep oud-oostfronters had toegesproken.

‘Ik daag iedereen uit één zin, één tekst te vinden waarin ik de collaboratie verdedig'
Als je politieke ambities hebt kan je inderdaad maar beter niets op papier zetten dat je tijdens je hele carrière kan achtervolgen, maar dat wil nog niet zeggen dat hij de collaboratie niet verdedigt.

Van zijn Grote Leider is er wel een tekst waarin hij de verdediging opneemt van oostfrontstrijders.

Ik citeer een stukje uit een oudere blogpost, zie deze link: http://walthersbemoeienissen.blogspot.be/2013/10/gewoon-rechts-of-extreem-rechts-bis-de.html
“In de Standaard las ik dat Bart De Wever over het Sint-Maartensfonds in een blad, genaamd "Meervoud", dat ik verder niet ken, over het Sint-Maartensfonds heeft geschreven, en ik citeer uit De
Standaard: "In hoofdzaak (gaat het om) een verzameling van bejaarde mensen, die collectief hun jeugdjaren willen herbeleven, inclusief het opvoeren van een aangebrande morfologie en fraseologie." en verder: "Hier voert men een hoogmis op van het eigen idealisme de eigen opoffering. Ten minste die eigenschappen kan men van deze mannen, die vrijwillig naar het bloedigste slagveld van de voorbije eeuw trokken, moeilijk loochenen."
De laatste quote die De Standaard aanhaalt kan best dienen als ontluisterend voorbeeld van het gedachtegoed van "De Grote Leider". Lees en huiver: "Dat is precies de reden waarom ze voor het hele Vlaams-nationalisme een bijzondere plaats blijven innemen." Einde citaat.”


Het verdedigen van de collaboratie zit wel degelijk ingebakken in de structuren van de NV-A

'De collaboratie was een fout. De Vlaamse beweging is tientallen jaren geïsoleerd geweest'
Dus, de collaboratie was fout omdat het als gevolg had dat de Vlaamse beweging tientallen jaren geïsoleerd is geweest.

Dat de collaboratie fout was omdat men daarmee een misdadige fascistische dictatuur steunde komt waarschijnlijk niet in zijn gedachten.

'De collaboratie was fout, maar die mensen hadden hun redenen.’
Dat de collaboratie fout was wisten we al, maar om de verkeerde redenen.
De redenen welke de collaborateurs hadden waren wellicht minder fout.
Is deze uitspraak niet in contradictie met de eerste?
Is deze uitspraak iets anders dan de verdediging van de collaboratie?

‘Ik was er niet bij'
Dit is niet meer dan een goedkoop kinderachtig en dom excuus om zich er van af te maken.

En, ten slotte, om achteraf te zeggen dat aan zijn woorden een verkeerde interpretatie werd gegeven, is al even goedkoop, kinderachtig en dom.

Als je gaat spreken op een bijeenkomst van Alte Kameraden van de Vlaamse-Waffen-SS dan vergoelijk je de daden van die nazi’s en behoor je tot die club, punt.

Theo Francken stroopt de mouwen op.

Het zat er aan te komen. Een xenofoob op de post Asiel en Migratie. Volgens een oud NV-A-lid zelfs een regelrechte racist. (lees onder meer hier: http://aff.skynetblogs.be/archive/2012/01/30/waarnemend-vnv-leider-francken-mailt.html)

Zijn stoerdoenerij na anderhalve dag staatssecretaris te zijn getuigt van weinig intelligentie. Hij zou liefst persoonlijk alle asielzoekers de grens over zwieren. (Internationale) wetten en regels zijn waarschijnlijk ballast voor deze VNV-er.

Asielzoekers zijn tot nader order profiteurs en criminelen. Buiten met dat uitschot.
Dat er intussen uit een onderzoek van de KUL en de ULB is gebleken dat asielzoekers wel degelijk economisch actief zijn en zich integreren na een aanpassingsperiode legt Francken maar al te graag naast zich neer. (zie hier: http://www.demorgen.be/binnenland/asielzoekers-slaan-niet-op-de-vlucht-voor-werk-a2087777/) Als hij zegt dat het criminelen zijn, dan zijn het criminelen, basta.
Hij hoopt te scoren, dat zit natuurlijk ook achter zijn uitspraken. Hij heeft gezien dat zijn voorgangster Maggy De Block nogal wat stemmenwinst heeft behaald met haar strikte asielbeleid. Daar heeft hij wel oren naar. Met het stampen naar de meest kwetsbare mensen valt in Vlaanderenistan nog wat te verdienen. Plus, hij moet de pas verworven stemmen die van het Vlaams Belang werden gekaapt te vriend houden.

Hij wil niet alleen een pak meer asielzoekers uitwijzen, desnoods manu militari, maar hij wil ook opnieuw gezinnen met kinderen opsluiten in asielcentra, of moderne concentratiekampen. Hiervoor werd ons land al twee maal veroordeeld. (zie hier: http://www.jeugdrecht.be/custom_output.php?action=printobject_pdf&class=nieuws&id=212)

Geen probleem echter voor Francken.

Wie heeft het Vlaams Belang nodig als je NV-A hebt met fascistoïde sujetten als Francken en co.
 

maandag 13 oktober 2014

Kaaimantaks! Doorkijkbelasting! Wadde?

Gwendolyn Rutten, voorzitter van Open-VLD en voetveeg van NV-A gaat er in de media prat op dat zij samen met haar onderhandelingspartners een soort van constructie heeft uitgewerkt om het meestal zwarte kapitaal van ondernemers en andere grootverdieners die huiverachtig worden bij het horen uitspreken van het woord belastingen, alsnog te belasten.
Dat moet men kaderen in de filosofie van "zien jullie wel dat wij ook aan de grootkapitalisten durven raken"Hoe men dit in de praktijk gaat aanpakken daarover vernemen we niets. 
Gwenny laat uitschijnen dat de coalitiepartners iets nieuws hebben bedacht. Niets is echter minder waar.
In het wetboek van de inkomstenbelastingen van 10 april 1992 staat een artikel 307 dat zegt dat men het bestaan moet vermelden van buitenlandse rekeningen met inbegrip van de rekeningnummers. ook levensverzekeringen in het buitenland moeten worden aangegeven evenals juridische constructies aangeven. Dit geldt eveneens voor vennootschappen die elke storting aan een belastingparadijs van meer dan €100.000 moet aangeven. (zie de link: http://ccff02.minfin.fgov.be/KMWeb/document.do?method=view&nav=1&id=91c7991e-35a5-4730-96c5-1c5dd721afb2&disableHighlightning=true#findHighlighted)
In uitvoering van die wet bestaat er een K.B. van 6 mei 2010 dat een opsomming geeft van zgn. belastingparadijzen, 30 in totaal. Om van een belastingparadijs te kunnen spreken moeten deze landen een vennootschapsbelastingtarief hanteren die minder dan 10% bedraagt.
Deze aangifteplicht is verder geconcretiseerd in een circulaire van 30 oktober 2010. (zie deze link: http://ccff02.minfin.fgov.be/KMWeb/document.do?method=view&id=dc2039d3-f30b-4829-b41c-0f7b27f427d3&caller=1#findHighlighted)
Behoudens de verplichte melding van storting van meer dan €100.000, staat er nergens dat men ook de hoeveelheid pecunia die op die rekeningen staat bekend moet maken aan de fiscus. En daar houdt het dan ook meestal op.
Die belastingparadijzen kennen allemaal een strikt bankgeheim. Hoe Gwendolyn en co. die landen op andere fiscale gedachten zal kunnen brengen is mij een compleet raadsel. Blijkbaar weet ze het zelf ook niet en is dit een afleidingsmanoeuvre om de mensen een rad voor ogen te draaien, ingegeven door de vele beschuldigingen dat deze regering het geld weeral voornamelijk haalt bij de gewone werkmens.



vrijdag 3 oktober 2014

De huurlingenwet! ¿Que?

NV-A-Kamerlid Theo Francken wil de zogenaamde “huurlingenwet” van 1979 activeren om teruggekeerde Syriëstrijders te bestraffen.
 
Wat is dat eigenlijk die befaamde huurlingenwet? Hoezo activeren?
Deze twee vragen kunnen modale krantenlezers zich stellen.
Ik zal trachten om een beetje duidelijkheid te scheppen over wat, wanneer, hoe en waarom.
Welke wet?
Om te beginnen, het gaat over de wet van 1 augustus 1979 betreffende diensten bij een vreemde leger- of troepenmacht die zich op het grondgebied van een vreemde Staat bevindt.
Deze wet werd slechts één maal aangepast, nl. door de wet van 22 april 2003 ertoe strekkende het Belgische recht in overeenstemming te brengen met het Internationaal Verdrag tegen
aanwerving, het inzetten, de financiering en de opleiding van huurlingen, aangenomen te New York op 4 december 1989.
De aanpassing kwam er enkel in het kader van de ratificering van een internationaal verdrag, hetgeen de titel voldoende duidelijk maakt.

De geschiedenis van de wet van 1 augustus 1979

Men zou kunnen denken dat het oorspronkelijk wetsontwerp werd ingediend in de regeerperiode of die net vóór de periode waarin de wet werd gestemd en goedgekeurd.
Niets is minder waar.
Het betreft dus een wetsontwerp en niet een wetsvoorstel, en werd dan ook ingediend door de toenmalige regering. Een wetsvoorstel wordt ingediend door een of meer parlementairen.
Het ontwerp werd ingediend op 14 november 1967 en volgens de Memorie van Toelichting (MvT) werd dit ontwerp “grotendeels ingegeven door een ontwerp dat de Regering in 1965 bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft neergelegd en dat tot doel had de voorwaarden te bepalen voor aanwerving voor de dienstneming in een leger- of troepenmacht op het grondgebied van de Democratische Republiek Kongo.” (Zie voor de tekst van de Memorie van Toelichting bij het wetsontwerp deze link: http://www.dekamer.be/digidoc/DPS/K2004/K20040719/K20040719.PDF)
In feite was de regering en ook de kamer er dus al mee bezig sinds 1965. (Zie wetsontwerp van 15 maart 1965 http://www.dekamer.be/digidoc/DPS/K2106/K21062105/K21062105.PDF)
Men ging er blijkbaar van uit dat er Belgen zouden worden ingelijfd bij een leger- of troepenmacht op het grondgebied van de Democratische Republiek Kongo.
Aangezien men tot doel had de voorwaarden te bepalen voor zulke aanwervingen, kan men er van uit gaan dat het niet de bedoeling was om deze aanwervingen in eerste instantie te verbieden.
In 1967 echter had Kongo  echter al woelige tijden gekend.
De Eerste Republiek (1960-1965) was ten einde, Eerste Minister Lumumba was vermoord en President Kasavubu werd in 1965 door Mobutu afgezet. Zowel de Belgische regering als de CIA steunde Mobutu.
Mobutu kreeg op zijn beurt af te rekenen met rebellie, onder meer in de koperprovincie Katanga waar Moïse Tshombé al kort na de onafhankelijk de onafhankelijkheid had uitgeroepen.
Vanuit Katanga werd in 1967 een putsch georganiseerd tegen Mobutu met als doel om Tshombé terug in het zadel te helpen.
Tshombé werd daarin gesteund door huurlingen, waaronder de Belg Jean Schramme, en de Franse huurling Bob Denard.
Er werd hiervan geen gewag gemaakt in de MvT, maar het leidt mijns inziens geen twijfel dat deze gebeurtenissen in Katanga mee aanleiding hebben gegeven tot het wetsontwerp betreffende diensten bij een leger- of troepenmacht die zich op het grondgebied van een vreemde Staat bevindt. In het verslag (http://www.dekamer.be/digidoc/DPS/K2004/K20040729/K20040729.PDF) wordt wel verwezen naar de gebeurtenissen in Kongo, maar niet expliciet naar het probleem van huurlingen.
Het is pas in een amendement van kamerlid  Le Greve dat er naar huurlingen verwezen werd. Dit amendement werd trouwens verworpen.
Er kwamen nog amendementen, o.a. om de wet te beperken tot het grondgebied van de Democratische Republiek Kongo, maar de regering wenste een meer algemene wet en ook dat amendement werd verworpen.
Wat wel werd aangehaald in de MvT is de wet van 11 juni 1937 (dit werd ook een gelegenheidswet genoemd) waarbij de non-interventie van België in de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) wordt gewaarborgd. In de MvT wordt expliciet vermeld dat deze wet tot voorbeeld heeft gestrekt bij de voorbereiding van het wetsontwerp (van 14/11/1967). Tijdens deze burgeroorlog vochten naar schatting 1.700 Belgen mee aan de zijde van de Internationale Brigades, tegen de nationalisten van Franco. Dit waren geen echte huurlingen in de commerciële betekenis van het woord, eerder vrijwilligers en idealisten, maar toch zal ook dit gegeven van invloed zijn geweest op het wetsontwerp van 14/11/1967.
De laatste handeling in het kader van het wetsontwerp van 14/11/1967 was een amendement van kamerlid Saintraint op 5 februari 1968.
En toen werd het stil gedurende 10 jaren en 8 dagen. Het oude wetsontwerp werd opnieuw op de agenda van de commissie Buitenlandse Zaken geplaatsts door de toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken, Henri Simonet.
Op 13 februari 1978 werden de debatten aangaande het wetsontwerp hervat met een amendement van kamerlid Glinne om de dienstneming, vertrek of doorreis [welke] uitsluitend door idealistische beweegredenen zijn ingegeven buiten het verbod te stellen.
De heer Glinne was voorstander van een gelegenheidswet zoals deze van 11/1/1937 over de Spaanse burgeroorlog, maar zijn voorstel haalde het niet.
In het verslag wordt deze keer wel verwezen naar het probleem van huurlingen, met name in de Derde Wereld en vooral naar Belgische huurlingen in Shaba en Angola. (http://www.dekamer.be/digidoc/DPS/K2023/K20231924/K20231924.PDF)
Uiteindelijk werd de wet gestemd en goedgekeurd, en verscheen ze in het staatsblad van 24 augustus 1979.
Zoals reeds vermeld werd de wet aangepast in 2003 om in orde te zijn met het Internationaal Verdrag tegen aanwerving, het inzetten, de financiering en de opleiding van huurlingen, aangenomen te New York op 4 december 1989.

Terug naar de vraag van Theo Francken om deze wet te activeren
Om deze wet te activeren is er een Koninklijk Besluit nodig, een zogenaamd uitvoeringsbesluit. Dit volgt uit artikel 2 van de wet.
Dat K.B. moet eerst in de ministerraad worden overlegd. Zolang er geen regering is, is er ook geen ministerraad. De uitvoering zal dus nog even op zich laten wachten.
Theo Francken beoogt de bestraffing van teruggekeerde Syriëstrijders.
Nochtans zijn er andere vrijwilligers, idealisten en huurlingen die naar het Midden-Oosten of elders vertrekken om te vechten of om logistieke steun te verlenen.
Sommige Belgische ex-militairen zouden op zoek gaan naar een job in wat de sector van de particuliere militaire – en beveiligingsbedrijven genoemd wordt. Denk maar aan Blackwater. (Zie dit artikel:  http://www.mo.be/artikel/belgische-huurlingen-de-nieuwe-generatie)
Op deze website http://www.dangerzonejobs.com/artman/publish/index.shtml kan er gesolliciteerd worden naar een huurlingenjob. De initiatiefnemer van deze site gaat er prat op al 22.000 betalende leden te hebben. Dat wil uiteraard niet zeggen dat er evenveel huurlingen via deze site aan een job werd geholpen.
Zou Francken o.a. ook de vrijwilligers van Christenen voor Israël waarvan sommigen in het zionistische leger dienstdoen beogen? Waarschijnlijk niet. Vrijwilliger zijn bij een buitenlands leger betekent niet dat men per se moet deelnemen aan gevechten, zoals bijvoorbeeld in het vrijwilligersproject Sar-El van het Israëlisch leger. (http://nl.wikipedia.org/wiki/Sar-El)
Als de huurlingenwet dan toch wordt geactiveerd, dan moeten alle personen die van welke troepenmacht dan ook deel uit maken in een vreemde staat geviseerd worden.
Deze wet enkel toepassen op teruggekeerde Syriëstrijders is al te selectief en dient enkel het anti-moslim debat van (extreem)rechts.