Gerrit Komrij heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld.
Ik ken Komrij vooral van zijn bloemlezingen zoals "De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw in 1000 en enige gedichten". Ook zijn eigen gedichten kan ik wel smaken.
Hij was ook een gevreesd polemist met een scherpe pen. Hij kon verschrikkelijk gevat uit de hoek komen. Ik las in De Morgen dat hij de feministen "de onwelriekende gleuvenbrigade" noemde. Dat is een typische uitspraak van Komrij. Met zulke oneliners van hem kan je wel een boekje vullen.
Ook hilarisch is zijn verzameling scatologische teksten, gedichten, artikels, tekeningen en dies meer over WC-bezoek en alles wat daarrond en daarin gebeurt, en dit onder de titel "Komrij's Kakafonie" met als ondertitel "Encyclopedie van de stront".
Komrij was ook de eerste Nederlandse "Dichter des Vaderlands".
Ik hoorde hem vooral graag praten met zijn uit de duizenden herkenbare stem.
Komrij was één van die schrijvers waar ik eigenlijk te weinig van heb gelezen, maar dat komt misschien nog wel.
Ik heb dat vaker; als een schrijver overlijdt dan heb ik al gauw het gevoel te weinig over hem/haar te hebben gelezen, maar een mens moet nu eenmaal keuzes maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten