Twee artikels in Het Belang van Limburg de jongste twee weken tonen nog maar eens de ongelijkheid tussen mensen.
Terwijl Jeroen Brouwers niet het voordeel krijgt om via een uitdoofscenario in zijn illegaal gebouwde woning - niet door Brouwers zelf gebouwd - mag blijven wonen tot aan zijn dood of vrijwillig vertrek - en waarom zou hij vertrekken? - wordt er voor het klooster van de monialen van Bethlehem in Opgrimbie een wettelijke oplossing uitgewerkt.
Jeroen Brouwers kocht zijn woning een twintigtal jaren geleden. Er zou hem toen door de notaris niet zijn verteld dat de woning in natuurgebied ligt en dus een zonevreemde woning is. Dat wil ik best geloven. Notarissen zijn niet altijd even secuur als het gaat over meldingsplicht bij de verkoop van onroerende goederen. Door het melden van een bouwovertreding zou de potentiƫle koper immers kunnen afhaken. Brouwers was dus te goeder trouw.
Koning Boudewijn liet via zijn testament een klooster bouwen in een natuurgebied. De bouwaanvraag zou reeds in 1992 zijn ingediend en werd twee maal verworpen door de Raad van State. De koning en zijn adviseurs zullen wel degelijk geweten hebben dat het geplande klooster in natuurgebied zou komen te liggen. Zij waren dus te kwader trouw.
Voor Jeroen Brouwers toont de administratie ruimtelijke ordening geen clementie, voor het klooster wordt een wettelijke regeling uit de politieke mouw geschud.
Het grote probleem is dat bouwovertredingen in ruimtelijk kwetsbare gebieden, waaronder wordt verstaan bos- en natuurgebied, niet verjaren. Zelfs na 20 jaar kan er nog een dwangbevel tot afbraak worden betekend en ten uitvoer gebracht.
Vele bouwovertredingen zijn destijds gepleegd met medeweten en medewerking van plaatselijke politici. Massa's zonevreemde gebouwen werden in de loop van jaren geregulariseerd.
Als er voor het klooster een oplossing wordt uitgedokterd, dan ook een uitdoofscenario voor Jeroen Brouwers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten